Chris van Iersel - De Raetgever

Directe hulp bij wespennest of bijenzwerm:

Bel ons op: 06-4986 0654

 

Woorden gesproken door Chris van Iersel, stadsimker, bij de opening van de foto-expositie ''Levend Erfgoed'' in het Stadsmuseum te Woerden.

 

LEVEND ERFGOED

Bijenhouden, houden van bijen, hoe is het mogelijk? Hoe haal je het in je hoofd, zeggen mensen soms, die beestjes steken je misschien wel dood. Maar onbekend maakt onbemind. Bijenhouden is zeer fascinerend en niet gevaarlijk als je er maar een beetje natuurlijk uitziet en lief voor ze bent. Van jongs af aan ben ik al geboeid door bijen, hoe ze met tienduizenden bij elkaar in een kleine ruimte, meestal vreedzaam leven.
Met een vrouw aan het hoofd, het kan!
Al eeuwen wordt er zo gewerkt, nog nooit een reorganisatie meegemaakt. Hun arbeidzaamheid, dag en nacht werken voor de familie, tot ze er dood bij neervallen. Je blijft je verwonderen.

Bijen, Bijenhouden van vroeger tot nu, Bijenhouden in het landschap van het Groene Hart, anno 2013.

Zolang er mensen zijn op deze aardbol, zijn er ook al bijen. Mensen kunnen niet leven zonder bijen, want zoals Einstein het al eens zei: Zonder de bij sterven wij!

Ik wil jullie een verhaal vertellen, het verhaal van Maja de bij. Maja heeft 4 vleugeltjes, want ze is familie van de vliesvleugelen. Ze neemt ons mee op haar reis vanaf het begin. Het is een lange reis, een reis door de tijd. Ga maar mee.

Maja is in het paradijs. “Oh zucht ze, wat is het hier mooi. En kijk eens wat veel bloemen en ze ruiken zo lekker. Het is er rustig en stil, er wonen maar een paar mensen in die tuin. Maja en haar hele familie voelen er zich helemaal thuis, ze bouwen een nest aan een tak van een boom. De hele familie is druk in de weer, ze vliegen van bloem naar bloem. Maja werkt druk mee en na verloop van tijd verbaast ze zich over de heerlijke vruchten die aan de bomen groeien, appels, peren, kersen en noten.

Op een kwade dag vertrekken de mensen uit het paradijs. De mensen verspreiden zich over de aarde. Maja en haar familie komen na heel wat omzwervingen terecht in Israël, het land van melk en honing. Maja weet het wel….. de mensen hebben ontdekt dat honing een kostbaar goedje is. Ze moeten er heel wat moeite voor doen om het te bemachtigen, ze moeten er de boom voor in.

Op een dag hoort ze dat vader Jacob tegen zijn zonen zegt,dat ze honing moeten meenemen als geschenk voor de onderkoning van Egypte. Als Maja aan Egypte denkt, ziet ze gelijk voor zich de prachtige piramides, waarin de machtige farao’s worden begraven en ze krijgen honing mee voor hun grote reis.

Maja en haar familie bouwen meestal een nest in een boom, maar op een keer bouwt een bijenfamilie op een heel bijzondere plek een nest, nota bene in het karkas van een leeuw. Kennen jullie het verhaal van Simson? Misschien is hij wel de eerste bijenhouder. Hoe die stoere vechtersbaas een leeuw doodt en een poosje later weer langs die plek gaat, waar de dode leeuw ligt? Wat ziet hij daar: een bijenvolk is in het karkas gaan wonen en hij ziet ook heerlijke raathoning. Wacht, denkt hij, dat neem ik mee als geschenk voor mijn vader en moeder, daar kan ik wel mee thuis komen.

Maja verzucht dat ze nog wel uren kan vertellen over de geschiedenis van haar volk. Over de mensen die door de eeuwen heen steeds weer nieuwe methoden bedenken om hun honing te oogsten. Denk maar aan de Egyptenaren die bijen houden in aarden buizen. En in de tijd van koning Salomo maken de mensen bijenkorven van klei.

Als Maja eraan denkt hoe er in de Lage landen bijen worden gehouden, pinkt ze een bijentraantje weg. Ze maken korven van gevlochten roggestro of buntgras. En dan, als het oogsttijd voor de honing is, wordt het beste en sterkste volk dat de meeste honing heeft verzameld, gedood, ‘geslacht’ noemen de mensen dat. Vreselijk! Gelukkig kunnen mensen ook goeie dingen bedenken. Het heeft wel lang geduurd, maar in de vorige eeuw maken mensen de eerste bijenkasten, houten huizen voor Maja en haar familie. Honing kan nu geoogst worden zonder dat de bijen worden dood gemaakt. Dat is nu goed voor elkaar, maar hoe is het gesteld met het welzijn van Maja en haar familie? Ach, de tijden zijn goed, er is veel te halen in moedertje Natuur, weilanden vol paardenbloemen, pinksterbloemen, witte klaver en nog veel meer….een paradijs voor bijen en andere insecten. Gouden tijden voor de 200.000 imkers in ons landje, ja, dat was medio 20-ste eeuw.

Een heimweegevoel kan Maja zomaar ineens overvallen. Als ze de mensen in deze tijd hoort praten over het Groene Hart dan moet ze altijd even slikken. Ons Groene Hart: het is zo groen, heel erg groen, alles lijkt wel groen. Maja heeft ‘t goed gezien, ze heeft namelijk 2 facetogen en elk oog bestaat weer uit ongeveer 7000 facetten, heel veel kleine oogjes dus. Je gelooft het of niet, maar Maja is niet kleurenblind, ze kan de kleur groen goed onderscheiden.

Stel je voor, ze vliegt over het buitengebied van ons Groene Hart en ze ziet alleen maar groen. Waar is de bonte kleurenpracht van bloemen toch gebleven? Dan huilt ze van verdriet uit 14000 oogjes. Waar haalt ze nu de nectar en stuifmeel vandaan, het eten voor die duizenden larfjes in hun bijenhuis, die straks het werk moeten overnemen? Zijn ze ten dode opgeschreven? Maja huivert ervan. Is dat groen de reden dat er nu nog maar 8000 imkers zijn in ons landje? In de groene graslanden grazen nu de koeien en de ganzen.

Maar een nog grotere vijand van haar volk is misschien wel de nieuwe generatie bestrijdingsmiddelen, de neonicotinoïden. En, vraagt Maja zich af, was het wel zo’n goed idee om een aantal jaren geleden bijenkoninginnen uit China te halen om een nieuw ras te ontwikkelen? Met die buitenlandse koningin kwam ook de varroamijt binnen die haar volk verzwakt. Als een donkere wolk hangt het gevaar van uitsterven boven haar hoofd. Maja zucht, haar kleine hoofdje zit vol grote zorgen. Hoe was dat liedje ook alweer van die Drs. P.? Had hij niet een vooruitziende blik over ons Groene Hart? Het liedje heet: VERLATEN

Het is voor bij en mug zowat bekeken
Ook wesp en vlieg en vlinder zijn benauwd
En onder kevers hoort men ronduit spreken
Van emigreren naar de verste streken.

Het is rampzalig, wat men hier aanschouwt
Een hele diersoort beeft en zucht en rouwt
Het blij gezoem, het vakbekwame steken
Ja, zelfs de paringsdrang is sterk verflauwd.

Wij mensen zijn een vloek voor het insect
Wij nemen steeds meer vogels in bescherming
Die eten vlinder, kever, vlieg en mug.

De wesp en bij - die kennen geen ontferming
En geven hoogstens vogelmest terug
Die straks de aarde meters hoog bedekt.

Maar de bijenhouders laten zich niet ontmoedigen, hun liefde voor Maja en haar familie en voor alle andere insecten is te groot om bij de pakken neer te gaan zitten. Als het niet rechtsom kan, dan maar linksom. Bijenhouden in het buitengebied verandert voor een deel in bijenhouden in de stad, urban beekeeping noemen ze dat, of in goed Nederlands: stadsimkeren.

Maja en haar hele familie verhuist van het platteland naar de stad. En zij is niet de enige die verhuist naar de binnenstad van Woerden, nee, ook veel andere bijenvolken verhuizen naar de grote stad Amsterdam. En er wonen ook bijenfamilies in Parijs en Berlijn en in nog veel meer dorpen en steden.

Maja heeft het best naar haar zin in Woerden. Genoeg te halen in die bloem- en boomrijke stad, hoewel………? Ook hier moet de imker, waar Maja woont, zijn best doen om de mensen te stimuleren aan de bijen te denken. Niet te snel kappen van bomen en maak van je bloementuin geen tegeltuin, Maja noemt dat een Delatuin.

Gelukkig maar, denkt Maja, hebben we nog meer bondgenoten, die voor ons opkomen. Al die vrijwilligers van de IVN en de NME, de jagers en nog meer natuurvrienden werken met groot enthousiasme aan natuureducatie en bewustwording en ze zijn niet te beroerd om hun handen uit de mouwen te steken. En gelukkig komen er steeds meer biologische boeren met, ja, bloemen in weilanden.

Maja denkt met veel plezier terug aan het jaar 2012, toen stond zij en haar hele familie een jaar lang in de schijnwerper, het was het jaar van de bij. Maja en alle bijenvolken hebben zich van hun beste kant laten zien. De imkers hebben het voor hen opgenomen en de mensen opgeroepen om te zorgen voor bloemen in hun leefomgeving en geen gif te gebruiken.

Belangrijk, jazeker! Want voor de voedselvoorziening zijn wij mensen afhankelijk van Maja en al haar familievolken. Mensen kunnen niet leven zonder bijen, want zoals Einstein het al eens zei: Zonder de bij sterven wij!